Auteur: Rein van Dijk

  • TOP-klasse standplaats Boot Holland 2015

    P2050158 P2050154

    Terugblik op Boot Holland waar het schip langs tuimelende ‘boeien” vaart. Elke boei heeft een levensgrote poster uit het TOP verleden: Guus z’n fokkenist in de trapeze en de “Vermaeck boys” naast elkaar op de kuiprand. Het contrast / controverse tussen beide boten met hetzelfde zeilnummer wist ik op dat moment niet.

    Rein van Dijk

    P2050150

  • TOP-pionier interview

    TOP-pionier

    Grou; 20 maart 2014

    In de huiskamer van de van Gorkum’s in Grou zitten Doede (1937) en Vo (1940) met hun zoon Oebele junior( 1962). Het gesprek gaat opeens over in het Fries vooral omdat de oude foto album’s open gaan. Hun periode in de TOP komt in oude kiekjes voorbij. Ze halen een vergrootglas uit de kast om details te kunnen herkennen. Later zal ik foto’s maken van deze foto’s.

    Oebele junior: “In het album zag ik net nog een kleurenfoto van een TOP in het wedstrijd veld. Dat lijkt wel op het Pikmeer en zonder loep is het nauwelijks te zien of dit de ‘een’ of de ‘twa’ is”. De hele familie buigt zich over het album maar ze twijfelen over de 7 of de 1.

    Lees meer bij: “De TOP > TOP-pioniers”.

  • NajaarsTOPtoertocht 2015: De kop van Overijssel

    TOP 2.00

    Auteur: Jack Brans, scheepstimmerman in Smilde (foto’s van verschillende boottypes zullen volgen).

    Najaars TOP-toertocht 2015: de Kop van Overijssel.

    Op vrijdag 4, zaterdag 5 en zondag 6  september  organiseerde de TOP-klasse de najaarstoertocht op de Beulakerwijde. Het plan was: op vrijdag avond verzamelen op de camping aan ‘t Wiede, te Wanneperveen en  zaterdag een toertocht van uit Wanneperveen via Zwartsluis, Genemuiden, Vollenhove, Blokzijl en terug naar Wanneperveen, een rondje door de Kop van Overijssel.  Op zondag zeilen op de Wieden.

    Maar het evenement begon al  een week eerder. Op zaterdagochtend 29 augustus was Rein van Dijk met zijn TOP in Wanneperveen. Deze Zaterdag  hebben we met 70 land scouts uit Steenwijk gezeild op de Belterwijde. Een zeil-clinic voor landscouts.

    Op zondag 30 Augustus werd er met de instructeurs gezeild in samenwerking met de Bergumermeerclub.

     

    Boot Holland 2015.

    In februari stond een TOP en de Bulthuisboten bij elkaar op Boot Holland in Leeuwarden. De Bergumermeerclub zocht een mogelijkheid om een Toertocht op de Wieden te organiseren.  Ook op Boot Holland, de wethouder van de gemeente Steenwijkerland, Jacques Wagteveld.  Jacques had gehoord dat zijn buurman met zijn BM, “Farvel”,  op Boot Holland stond. We moesten  Kor van der Velde  aan zijn jasje trekken.  In april lanceerde Kor van der Velde het idee om met scouting Steenwijk, Johan van der Korput, een dag te gaan zeilen op de Wieden. Maar als je met 70 scouts wil varen heb je grote boten nodig. Kor en Paul had een 16 kwadraat, Jack een vergrote Zomerweelde, en Jurgen een Bulthuisjol. Rein die ook in de buurt was had een  TOP.   Met nog een of twee boten zou het moeten kunnen.  De dag er na zouden we een tochtje kunnen maken over de Wieden.

    Zeil-clinic voor land scouts.

    Op zaterdag 29 augustus was Rein van Dijk met zijn TOP in Wanneperveen. Rein had niet alleen zijn TOP bij zich, maar een  aantal bouwpakketjes voor de scouts om een drenkeling te maken. Rein had bedacht dat het leerzaam zou zijn om met de scouts een man overboord manoeuvre te oefenen. Om half elf gingen 42 Bevers en Welpen aan boord van de 7 boten. Drie 16², één Top, één BM, één Bulthuisjol en één Vergrote Zomerweelde. Met een licht briesje en veel zon konden de jeugd kennismaken met het zeilen. Trekken aan de schoten en hangen aan de helmstok,  in de trapeze broek overboord hangen. De kapiteins hoefden alleen aanwijzingen te geven. De plagen deden het werk. Ook knutselden ze van een ballon, een handschoen, een steen en een touwtje een drenkeling. De drenkeling ging overboord en de stuurman overstag. Wijzen en schreeuwen.  Niet de voorgeschreven krakeling route, maar de kortste route. Binnen no time was de drenkeling weer aan boord.  Maar de drenkeling vond het maar droog aan boord, en zocht vele malen het nat op.

    Het ging zo goed dat de Welpen een wedstrijdje aandurfde met een Laser. En weet je wat, 1 uur zeil ervaring en dan winnen van een Laser.  Na twee uur op het water te hebben vertoeft werd de wal weer opgezocht.

     

    In de middag start de tweede groep 28 Scouts en Explorers.

    Ook nu weer de man overboord manoeuvre. Op enkele boten werd het wel erg letterlijk opgevat. De Scouts en Exporers gingen overboord. Maar ja wat wil je met een lekker windje, zon en 29 graden.  Terug in de haven doken vele Scouts het water in. Er werd nog uren na gepraat door de kapiteins bij een pilsje en een gehaktbal. Tegen zonondergang werd de tenten opgebouwd en nog wat na gekeuveld.

    De najaarstocht van de Bergumermeerclub.

    De volgende morgen na het ontbijt werden de boten in gereedheid gebracht voor een toertocht over de Wieden.  Deze tocht onder de vlag van de  Bergumermeerclub zou ons naar Muggenbeet brengen, Een buurtschap in het Nationaal park Weerribben-Wieden, met een druk bezocht restaurant vlak voor de brug.  Naast de boten van Hendrik Bulthuis een Bulthuisjol, drie 16 kwadraten, deden ook Rein mee met zijn TOP en Jack met zijn Vergrote Zomerweelde.

    Er was reden tot verwarring. Twee boten met het nummer 331 en beide met een TOP teken. Maar wie goed keek, de ene had zwarte zeiltekens de andere blauwe zeil tekens. Was er één TOP of waren er twee TOP-pen? En hoe zo twee Toppen met het zelfde nummer?  Een van de twee boten voer tot voor kort met zeilnummer 122. Een zeil waar het Top teken nog vaag zichtbaar was. Maar de boot was niet van triplex maar van vuren latjes. De boten  is ook 6 meter lang en bijna 2 meter breed. Geen knikspant, maar een prachtig gestroomlijnde ronde vorm. Geen zwaard, maar een grote ruime kuip. TOP getuigd met een mooie gebogen gaffel. De ene met zelflozers (voor de gelegenheid omgebouwd tot zelfvuller) de ander die gewoon droog bleef.

    Zou er dan toch een Top 2.00 bestaan?

    Van uit Wanneperveen gingen we zondagochtend de Belterwijde op. Alle boten verzamelen zich bij de brug om vervolgens met elkaar door de brug de Beulakerwijde op te gaan. Met een rustig windje voer de Bergumermeerclub over de Beulaker en het Giethoorns meer naar Muggenbeet.  Kor, onze padvinder, solo varend met zijn 16 kwadraat ging ons voor. Op het Giethoornsemeer stonden we voor de keuze. Tegen de wind naar Blokzijl of met halve wind naar Muggenbeet.  Het werd Muggenbeet.  En dan te bedenken, dat we zelfs niet door één mug gebeten zijn.

    Op ruime water deden de boten niet voor elkaar onder. Zelfs de kleinste boot, de Bulthuisjol met Jurjen de Jong en zijn vrouw deed niet onder voor de 16 kwadraten en de TOP van Rein.  Op het water een paar zeilboten en vele motorboten. Een motorboot (een politie opblaasboot) haalde levensgevaarlijke capriolen uit. Aan boord zat iemand die op TT circuit in Assen zich thuis zou voelen.   Ondanks de blauwe feest verlichting een gevaar op het water.

    In het smalle water van en naar Muggenbeet  werd het verschil tussen de boten duidelijk. De 16 kwadraten hadden voldoende massa om door te drijven en zo de windstiltes te overwinnen. De lichtere boten, Bulthuisjol en TOP lagen direct stil. Ook het 360 graden draaien van de briesjes in de windschaduw van de bomen deed zijn werk. Maar met veel geduld kwamen we weer op de Beulakkerwijde.  Hier scheiden onze  wegen. Een paar boten gingen direct terug naar de haven. De vreemde TOP en een 16 Kwadraat hebben nog een rondje over het meer gezeild en de Korversgaten verkend. Tegen 5 uur lagen alle boten weer voor de wal en bleven daar een  week  liggen Niet omdat de boten het water van de Belterwijde zo lekker vonden, maar  5 dagen later wilden de boten mee doen met de TOP toertocht.

     

     

    De naarjaars TOP toertocht 2015

    Vrijdag middag, 17.00 Wanneperveen. Rein van Dijk arriveert als kwartiermaker. Ook  Nicole en Peter Kruijs waren vroeg aanwezig.  “Petrus” was ook in de buurt want de sluizen stonden wagenwijd open. Als kwartiermakers zouden ze eerst de tenten opzetten. Het kampeerterrein was door Petrus veranderd in het vijfde meer van de Wieden.(Beulakerweide, Belterwijde, Bovenwijde,  Giethoornsemeer en …. ) En ik maar denken dat er maar vier meren waren. Maar gelukkig was het meer zo ondiep dat je er nog net een tent kon opzetten op een  eilandje. Maar inmiddels had Petrus (broer van Piet Paulusma) de douche vol open gezet.  Tussen de druppels was geen droog moment te vinden om de tent op te zetten. En toch hebben Rein, Nicole en Peter de party tent weten op te zetten.  Compleet doorweekt zijn de weggevlucht en hebben ze in het restaurant een droge plek gevonden.  Na een half uur arriveerde Jack, de kapitein van de TOP getuigde boot. Nog steeds kwam van het natte spul van boven. Maar tegen zonsondergang een wonder. De sluis was dicht. De slaaptenten konden worden opgebouwd.  Jack vond een lichte verhoging in het meer en bouwde zijn tipi op.  Binnen 10 minuten had hij 30 pennen in de grond gestoken.  En de tent ingericht. Ondertussen was Nicole bezig twee fiets banden op te pompen. Twee hard opgepompte fietsbanden, in plaats van een paar simpele stokken, hielden de tent in de lucht. Nadat de tent was opgeblazen, waren de luchtbedden aan de beurt. Nu geen fietspomp, maar een ventilator. Wonder boven wonder bleef de sluis dicht. De lucht klaarde op en duizenden sterretjes verschenen aan het firmament.  Iets dat in Hilversum en Amsterdam alleen op TV te zien is. Na de nodige kippenpoten en drankjes gingen de oogjes dicht en de snaveltjes toe.

    De volgende morgen was er veel wind met helle korte felle windstoten. En als of het niet genoeg was elke half uur een flinke bui.  Windkracht 4 tot 5 met uitschieters naar 6. Een prima windje om naar Blokzijl te zeilen, de Kadoelen  op te gaan en s ’avonds laat weer in Wanneperveen te zijn.

     

    Maar het was wachten op  andere Toppers en Jurjen de Jong.  Er was tijd om de regen van de afgelopen dagen uit de boten te pompen. Net we alle boten hadden droog gelegd arriveerden Jurjen en Thijs de Jong. En weer  was het wachten op de andere Toppers. Al gauw bleek dat er nog één TOP onderweg was. En deze had last van files, regen, tegen wind en een klein omweggetje.

    Plan B, fluisteren.

    Ondertussen werd plan B tevoorschijn getoverd;  “Fluisteren in Giethoren”.  Met zijn alleen togen we naar Giethoorn om de eerste beste fluisterboot te enteren. Peter werd tot stuur piraat benoemd. Er was een wiel waaraan hij kon draaien en een handeltje die naar voren en achteren kon.

    PA060001  PA060007 PA060008PA060013

    Geen helmstok en geen schoten.  Het was oorverdovend stil aan boord, met uitzondering van het gegil als er een botsing aanstaande was. Peter draaide aan het wiel en deed wat met het handeltje als of zijn leven er van afhing.  Of dit een juiste keuze was kan worden betwijfeld, want het leek wel een kermisattractie, botsautootjes.  Geef mij maar een helmstok en een paar schoten.

    Toch hebben we een rondje kunnen varen. Eerst door een smal slootje met heel veel houten bruggetjes. Links en rechts huizen en boerderijen uit de vorige eeuw. Alhoewel sommige zagen er nog ouder uit. Het was een dorp met veel handel. Bij elke tweede gebouw een bord, “Te koop”.  Maar we hadden onze portemonnees thuis gelaten. Langs de sloot een voetpad; het traject van een Wandel meer daagse. Hier mensen die zo verstandig waren niet in een boot te stappen. Zij konden alles goed bekijken. Op de paden ook veel Chinezen. Erg verwonderlijk was het niet, gezien al die eenden die op de kant zaten. Ik heb de eenden nog gewaarschuwd.  Na ons uurtje varen heb ik geen eend meer gezien.

    Bij de Kerk heeft de tijd stilgestaan. Een clubje van 20 ouderlingen hadden zich op zijn zondag best gekleed. Alhoewel het was zaterdag. Het leek wel of ze al eeuwen stonden te wachten op de bus. Even later werd duidelijk dat ze op een praam stonden te wachten. Het openbaar vervoer van voor onze jaartelling. Twee mannen hadden nog nooit gehoord van een fluister motor. Ze stonden met twee over gedimensioneerde saté prikkers in het water te prikken. Een paar meter verder nog zo’n praam met hooi, houten kooi en weer zo’n saté prikker.

    Het leek wel of we terug waren in het stenen tijd perk. Dit word nog eens bevestigd, halverwege een winkeltje met mineralen en stenen. En druk dat het daar was. Maar alsof de verwarring niet compleet was, ontwaarden we palmbomen in de tuinen. In een andere  tuin lagen twee mensen al heel lang in hun blootje te zonnebaden, ze waren ondertussen versteend. Waarschijnlijk was het toch te koud geweest om zonder kleren te zonnebaden. Maar ook hebben we versteende vogels gezien, die te lang hebben gewacht. Vreemd genoeg het waren  geen eenden.

    Weer terug op het vijfde meer, waren twee andere Toppers gearriveerd,  Jesse Bos  en echtgenoot Jan Smid. Ze hadden hun TOP opgehaald uit de bossen van  Gorssel .

    Het weer: elk half uur een bui en (te) veel wind. Maar na 3 uur zou het beter worden. Het rondje “Kop” konden we nu wel op onze buik schrijven.  Maar een paar uur zeilen op de Belter- en Beulaker zou moeten kunnen. We besluiten om drie uur het water op te gaan.  Peter gaat met Rein, Smid en Jesse met Jack en Jurjen zeilt met zijn zoon  Thijs. Nicole kroop met een boek in haar slaapzak. En de TOP van Jesse had geen zin om van de trailer af te komen.

    Binnen 10 minuten waren de boten op het water. Eerst een paar slagen met halve wind. Jack gaat met zijn 331 de grote plas op. De andere 331 en de Bulthuisjol maken nog een slag naar de haven.  Op de grote plas wordt een paar slagen gemaakt door Jesse (aan het roer) en Smid aan de fokkeschoot. Vreemd de andere 331 en de Bulthuisjol zijn nergens te zien.  Nog slag in de rondte, maar nog steeds geen boten te zien. Na een uur besluiten we toch maar eens op de kleine plas te kijken. Nergens zeilen te zien. Bij de haven aangekomen zien we die andere 331  aan de stijger liggen en de Bulthuisjol in de kraan hangen.

    PA060024 PA060022 PA070038 PA070043

    Een paar felle windstoten had hen doen besluiten de haven weer op te zoeken.

    De laatste 331 wordt afgetuigd en aan de stijger geparkeerd. Met elkaar helpen we Jurjen zijn boot weer op zijn trailer te zetten. Voldaan, want we hebben gezeild, gaan we op zoek naar Nicole. Ze was uit haar slaapzak gekropen. Maar het boek nog steeds niet uit. De dames veranderde een kool, bananen,  kerrie saus en nog wat andere eet bare dingen  in een salade voor een compleet weeshuis. Of te wel, voor heel veel toppers. Of zouden ernaast Gerard, Gordon en Jeroen nog meer Toppers zijn, die het hebben laten afweten?

    De mannen stokten het vuurtje van de BBQ op. De BBQ prof van de camping had nog een vuurkorf ter beschikking gesteld . Een paar blokken hout in de korf en we werden gerookt.  De moe gestreden zeilers deden zich op het vijfde meer te goed aan het vlees, salade en gepofte aardappels. Na een laatste kop koffie gingen  Jurjen en Thijs met hun Bulthuisjol  op huis aan.  Niet veel  later zochten ze hun warme slaapzak op.

    De volgende morgen werd ik gewekt door regen en sop, sop, sop.  Af en toe een windvlaag.  Toch leek het weer wat beter dan de dag er voor. De mobile weerstations werden geraadpleegd. Het weer alarm, fase donkerrood,  liet zien dat tussen 11 en 13 uur de buien ons links en rechts zouden passeren. Dus een kans om weer te zeilen.  Peter en Smid stapte bij Jack in de boot. Rein en zijn zoon Tim werd gestuurd door Jesse. Peter aan het stuur, Jack aan de fokkeschoot en Smid aan de mast. Op de andere boot was het een ronde dans. En Nicole, ze  blijkt geen dekzwabber maar een boekenwurm te zijn.

    Eerst werden  een paar slagen op de kleine plas gemaakt en vervolgens met halve wind zeilen op de grote plas. Qua snelheid waren de boten aan elkaar gewaagd. De oude boot had iets meer massa, de nieuwe lichte  boot  was meer een speelbal van de wind. Na de buien links en rechts te hebben zien passeren, leek de volgende bui op ons af te komen. Maar we konden de bui omzeilen.  Toch hebben we de haven op gezocht.  De boten zijn afgetuigd en gereedgemaakt om hun element weer te verlaten. Maar eerst wat eten en de tenten afbreken. Ondertussen was het gestopt met regen.

    Ja, die ene TOP 331, zeilde toch beter dan de andere. Peter had beide boten gevoeld. Hij was er nu echt van overtuigd. De Zomerweelde was toch de betere TOP. Naar zijn mening moest er maar eens een  TOP 2.00 komen. Geen zwaard maar een vaste kiel. Een ruime kuip in plaats van een sta in de weg.  Geen honderden touwtjes in de kuip,  twee vallen en twee schoten dat moet  genoeg zijn.

    Ook zeilde zo’n ronde romp mooier dan een knikspant. Dus werd het plan geboren voor een TOP 2.00.: 6 meter lang. 2 meter breed. Een bijlboeg, breed op de waterlijn, een vlakke bodem  om in plané te komen. Een kantel kiel en twee aangehangen roeren.  En gebouw van vuren latjes volgens de Bulthuis methode.

    Er werd ook  vooruit gekeken door de voltallige toer-commissie, Rein, Rein en Rein naar volgend jaar. Een toertocht in het Zuiden en één in het Noorden.  In het voorjaar zeilen op de Maasplassen bij Roermond of in België.  Een thuis wedstrijd voor Nicole. Maar dan moet de laatste bladzijde wel gelezen zijn. Ook de Top 2.00 is dan welkom.

    De beide 331 werden op de trailers gezet en de drie Toppen konden weer op huis aan.

     

    De Hoofdrol spelers.

    De BM.

    De BM is een in 1928 door Hendrik Bulthuis ontworpen  zeilboot. Het bijzondere aan deze boot was de bouw methode, de Bulthuis methode. Het bouwen van een boot op een spanten raam, waarbij de spanten raam onderdeel bleef van de boot. Het gebruik van latjes makte het tot een eenvoudige bouwwijze.  Deze methode stelde een amateur instaat voor minder dan 100 gulden een boot te bouwen.  In de Zomer van 1928 zeilde Hendrik Bulthuis en meester Van der Bij uit Garijp wedstrijden op het Bergumermeer. Twee jaar later vaarden er 90 BM’ers op de Nederlandse wateren.  Van dit ontwerp zijn er meer dan 700 stuks gebouwd.

    De afmetingen:

    • Lengte: 4,75 m
    • Breedte: 1,50 m
    • Diepgang: 70 cm
    • Zeiloppervlakte: 12 m²
    • Toren tuig.
    • Aangehangen roer
    • Zwaard (later veel al vervangen door een vaste kiel)
    • Gebouwd volgens de Bulthuismethode

     

    De 16 kwadraat.

    In 1923 was een van de inwoners van Bergum, dhr. Rienks,  in het bezit van een boot uit de 7.10 klasse. Op de zeilwedstrijden op het Bergumermeer zeilde Hendrik Bulthuis mee als fokkenist op een Schouw. De schouw kwam als laatste binnen de 7.10 als eerste. Hendrik Bulthuis beluit een verkleinde 7.10 te bouwen.  6 meter lang en minder dan 16 kwadraat zeil. Samen met de dorps timmerman Eelke Zijstra, bouwde Hendrik Bulthuis  deze 6 meter boot “Hieke” (genoemd naar zijn jongste dochter) Het bleek  duur en moeilijk om te bouwen. Bij de tweede boot voor Eelke Zijstra werden de smallere huidlatten toegepast. Hendrik Bulthuis zou meer dan 10 jaar met de Hieke varen. Op basis van dit ontwerp zijn een tiental  6 meter boten gebouwd.  De boot was te duur voor de gewone man. Na het succes van de BM ontstond in Nederland toch de behoefte aan een groter boot. De technische commissie van de NNWB ontwerpt in 1931 een nieuwe boot, de 16 kwadraat. Als voorbeeld  diende de 6 meter boot van Eelke Zijlstra,  ontworpen door Hendrik Bulthuis. Ook de bouw methode van Hendrik Bulthuis werd overgenomen. Zeven  6 meter boten van Hendrik Bulthuis werden opgenomen in de nieuwe 16 kwadraat klasse. De “Hieke” kreeg zeilnummer  1. De boot van Eelke  Zijlstra nummer 7. In de loop der jaren zijn maar dan 4400 boten gemeten, maar er zijn meer dan 30.000 boten gebouwd.

    De afmetingen:

    • Lengte: 00 m
    • Breedte: 1,97 m
    • Diepgang: 70 cm
    • Zeiloppervlakte: 16 m²
    • Doorgestoken roer
    • Vaste kiel.
    • Gebouwd volgens de Bulthuismethode

     

    De Bulthuisjol

    In 1941 ontwerpt en bouwt Hendrik Bulthuis een roei zeil boot voor zijn dochters. In het najaar van 1941 wordt zijn boot te water gelaten. Er was grote belangstelling van tientallen watersport fans. De nieuwe boot voer samen met een 16 kwadraat.  Na afloop kwam men bij elkaar in het Hotel op de Dam in Burgum. Het bleek dat het nieuwe ontwerp nog geen naam had. De aanwezigen besloten de boot naar de ontwerper te noemen, “Bulthuisjol”. Alhoewel het een snelle zeiler was is het nooit een nationale wedstrijd klasse gewonden.  Wel werd in Noord Oost Friesland wedstrijden met deze boot gezeild. Niet verwonderlijk bijna alle 60 gebouwde boten zijn gebouwd rond het Bergumermeer en de Leijen. Pas na de tweede wereld oorlog krijgen de boten een zeilnummer.

    Op dit ogenblik weten we van het bestaan van 3 Bulthuisjollen.  De boot nr. 15, “Windfang”, van Jurjen de Jong was tot voor kort eigendom van Rienk Opedijk van Veen.  Zoon van de Burgumeester van Bergum.

    De afmetingen:

    • Lengte: 00 m
    • Breedte: 1,40 m
    • Diepgang: 60 cm
    • Zeiloppervlakte: 10 m²
    • Aangehangen roer
    • Vaste kiel.
    • Gebouwd volgens de Bulthuismethode

     

    De Verlengde Zomerweelde.

    In 1943 wordt door de Nederlandse watersport bond een wedstrijd uitgeschreven om een nieuwe wedstrijd boot te ontwerpen. Deze Wedstrijd wordt in 1944 gewonnen door Siep van der Meer met een ontwerp die hij “Zomerweelde” noemde.  De boot zou volgens de Bulthuis methode kunnen worden gebouwd. En er waren twee zeilplannen bedacht. Een doorgelaten grootzeil, vergelijkbaar met het zeil van een  Lark en een torentuig. Het was de bedoeling dat de ontwerper er vervolgens 5 prototypes zou bouwen. Siep van der Meer zag er geen mogelijkheid toe. De jury vond het ontwerp niet goed genoeg. Ir. Loeff paste het lijnen plan aan.  Deze boot kennen we nu als Vrijheid.

    In de jaren na de oorlog zijn in Friesland een tiental aantal boten gebouwd volgens het originele ontwerp, waarvan minsten 4 stuks nog bestaan. Twee in het bezit jan Jack Brans

    De eerste Friese zeilschool heeft 3 vergrote Zomerweeldes laten bouwen. Deze 6.70 lange Zomerweeldes zijn jaren lang door de zeilschool gebruikt. Ook jachtverhuurbedrijf Moet uit Sneek heeft tien vergrote Zomerweeldes, met een lengte van 6.00 meter, laten bouwen. Deze kregen de type naam “Juweel”. De Zomerweelde waarmee we hebben gezeild is een van de oude huurboten van Moet. Deze boot had een set zeilen van een Top, Top 122. Het zeilteken was nog te herkennen.  Afgelopen zomer is het grootzeil kapot gezeild.  Op Wanneperveen is gezeild met het toertuig van Rein van Dijk met zeilnummer 331. Dus 122 is 331 geworden.

    Ook moet nog een 7,5 m lange teakhouten Zomerweelde bestaan, gebouwd door de Jong in Joure..

    De afmetingen:

    • Lengte: 00 m
    • Breedte: 1,97 m
    • Diepgang: 70 cm
    • Zeiloppervlakte: 16 m²
    • Doorgestoken roer
    • Vaste kiel.
    • Gebouwd volgens de Bulthuis methode.

     

    TOP

    Een geschiedenis  die rond 1960 bij  dhr.  L.Stelwagen begint.  Helaas is op de site, top-klasse.nl  is nog weinig te vinden over de geschiedenis van deze Noord Nederlandse klasse.

     

    De afmetingen:

    • Lengte: 95 m
    • Breedte: 1,98 m
    • Diepgang: 95 cm
    • Zeiloppervlakte: 16 m²
    • Aangehangen roer
    • Knikspant van multiplex

     

     

    Aftiteling:

    Spelers:                               Bevers, Welpen, Scouts en Explorers van Johan van der Korput

    Gast rol:                              Jacques Wagteveld, (wethouder Steenwijkerland)

    Advies en organisatie : Kor van der Velde en Paul Ruiter

    Locatie manager:            Alies en Henk Dozer

    Catering:                             Restaurant Aan ’t Wiede; Wanneperveen

    Assistentie:                       Tim van Dijk.

    Technische realisatie:    Jack Brans

    Vormgeving:                     Jurjen de Jong

    Vertaling:                           Thijs de Jong

    Beeld:                                  Jan Smit

    Geluid:                                Peter Kuijs

    Script:                                  Nicole Kuijs

    Producent:                        Jesse Bos en Jan Smit

    Regie:                                  Rein van Dijk

  • Najaars TOP-toertocht 2015: De Kop van Overijssel.

     

    Op vrijdag 4, zaterdag 5 en zondag 6  September  organiseerde de TOP-klasse de najaarstoertocht op de Beulakerwijde. Het plan was: op vrijdag avond verzamelen op de camping aan ‘t Wiede, te Wanneperveen en  zaterdag een toertocht vanuit Wanneperveen via Zwartsluis, Genemuiden, Vollehove, Blokzijl en terug naar Wanneperveen, een rondje door De Kop van Overijssel.  Op zondag het toer weekend afsluiten met zeilen op de Wieden.

    Lees meer bij “Evenementen >Toertochten”.

    PA070038 PA070040PA060022PA070031PA060001PA060007

     

  • Beestachtig weekend NajaarsTOP-toertocht 2015 De kop van Overijssel

    Verslag en foto’s zullen volgen van een Beestachtig weekend in de  NajaarsTOP-toertocht.

  • Najaars TOP-toertocht 2015 De kop van Overijssel

    De Najaars TOP-toertocht 2015 gaat naar De kop van Overijssel met 6 meren als de Belterwijde, Zwarte water, Kadoele meer, Vollenhovener meer, Giethoornse meer en de Beulakerwijde.
    Data: vrijdag 4 september vanaf 18.00 uur tot en met zondag middag 6 september.
    De eerste aanmelding is binnen: TOP 331 Butterfly van de Toerrrrrcommissaris met als scheepsrat Peter en als dekzwabber Nicole.
    Gedurende deze TOP-toertocht zullen wellicht ook andere deelnemers (Oud Zeilend Hout) zich bij ons aansluiten.
    Graag zo snel mogelijk jullie reactie: reserveren is niet noodzakelijk, aanmelden wel heel graag. rein.van.dijk@planet.nl en zie ook op de vernieuwde website www.top-klasse.nl
    Mobiel ben ik te bereiken op 06-3911 0771
    _DSC0399
    Met hartelijke groet,
    Toerrrcommissaris Rein van Dijk
  • TOP pionier interview met fam. van Gorkum in Grou

    TOP-pionier

    Grou; 20 maart 2014

    In de huiskamer van de van Gorkum’s in Grou zitten Doede (1937) en Vo (1940) met hun zoon Oebele junior( 1962). Het gesprek gaat opeens over in het Fries vooral omdat de oude foto album’s open gaan. Hun periode in de TOP komt in oude kiekjes voorbij. Ze halen een vergrootglas uit de kast om details te kunnen herkennen. Later zal ik foto’s maken van deze foto’s.

    Oebele junior: “In het album zag ik net nog een kleurenfoto van een TOP in het wedstrijd veld. Dat lijkt wel op het Pikmeer en zonder loep is het nauwelijks te zien of dit de ‘een’ of de ‘twa’ is”. De hele familie buigt zich over het album maar ze twijfelen over de 7 of de 1.

    Ik heb zelf het Jubileumboek TOP-klasse mee genomen en daardoor ontstaat direct het gesprek. Op de eerste pagina namelijk staan de ‘ien’ en de ‘twa’.  De twee heette de eerste jaren  ‘Nymphea’, toen Oebele senior hem overnam werd de naam veranderd in ‘de twa’.  De één heette destijds ‘Tûmke’. “Ik herinner mij niets van een doop / tewaterlating van de één en de twee:” zegt Doede. “Waarschijnlijk is dit geen officieel spektakel geweest”.

    Doede:  “Ja, hoe kwam ik aan het zeilen? Wij hadden thuis een aannemersbedrijfje en die had in de oorlog 40/45 niet altijd voldoende werk. Toen heeft (groot)vader een aantal van die dikke dukdalven, die je in het water hebt staan bij bruggen e.d. gekocht en aan latten laten zagen. Ze hebben om de tijd te vullen toen een aantal 16m2 gebouwd”.

    “Na de oorlog kregen ze een klant die een zomerhuisje had aan de Sitebuurster Ee tussen Grou en de Veenhoop. Deze klant had zich de hele winter verstopt in dat zomerhuisje daar in de, bijna onbewoonde wereld. Hij kwam oorspronkelijk uit Leeuwarden en wilde na de oorlog ook weer een huis hebben in Leeuwarden”.

    “Hij kwam bij mijn ouders om een huis te laten bouwen in Leeuwarden. Toen hebben we dat zomerhuisje daar aan de Ee ingeruild. Dat zal in ’46 geweest zijn. Er was toen nog uit de oorlogsperiode een 16m2 (Bulthusjol) over waar we dan in de weekenden mee naar de Ee gegaan om te gaan zeilen”.

    “Toen was ik 8 jaar en mijn oudste broer 4. De andere twee kinderen waren 2 en 1 en die zeilden mee met de oude lui in de 16m2. En wij, als de oudsten, moesten maar zien te zeilen in die Bulthusjol. Die bootjes hadden we liggen in Reduzum (voorheen Roordahuizum), daar woonden wij en daar was tevens het bedrijf. Aanhangmotors hadden we nog niet. Dus we moesten halverwege de Ee via de Grou en het Swin naar Reduzum  zeilen. Anders kwamen we er niet. Zo nu en dan liepen we een stukje in de lijn op de wal om te trekken, want dat Swin was zo krom als een rivier,  bij tegenwind was het hier en daar te smal om te laveren. Als er een lang stuk tegenwind was gingen we de wal op en moest er getrokken worden”.

    “Zeilen hebben ze mij niet geleerd. Ik heb het zelf moeten leren. Aan een broertje van 4 heb je ook niet zo’n beste leermeester”.

    “Zo zijn we met zeilen begonnen. Weer of geen weer; aan het eind van het weekend moesten we weer naar Reduzum. Ik heb wel eens gehad dat ik onderweg moest stoppen om dat ding leeg te scheppen omdat het geen zijdekken had”.

    “Later kwam er naast die beide boten ook nog eens een Valk (202 de ‘Zilvermeeuw’) waar we wedstrijdjes mee zeilden”.

    “Toen ik later verkering kreeg en een baantje had en zelf het een en ander verdiende in plaats van het zakgeld waar ik voorheen van moest leven, kwam dus dat ontwerp van die TOP in 1959. Wij hebben toen het prototype in de zomervakantie uit mogen proberen. Er zaten te dunne verstagingen op waardoor we de mast er af gezeild hebben. Daarna zij er dikkere draadjes op gezet. De ontwerper van die boot, Stelwagen werkte bij zijn baas, Wester op jachtwerf ‘de Polle’, en daar hebben ze dat prototype ook gebouwd. Ze hadden denk ik wel het idee dat wij interesse hadden in zo’n boot en daarom mochten we het uit proberen. Na die periode van proefzeilen hebben mijn vader en ik beide een nieuwe Top besteld bij ‘de Polle’ te Grou”.

    “De beide boten zijn in 1960 geleverd en vanaf dat  moment hadden we dus een TOP 1 en 2 in de familie”.

    “Met mijn eigen TOP en vriendin ging ik toen kamperen op de boot, later met het eerste kind, Oebele, in een reistas erbij. Tot 1965 hebben we die TOP op deze wijze gebruikt”.

    Intussen komt Vo weer met het album voorbij met vakantiefoto’s rondom het schip.

    “Later werd de boot voor ons te provisorisch om op vakantie te gaan met kinderen. Toen hebben we de Victoire 22 gekocht en heeft mijn vader de  ‘Twa’ erbij genomen omdat hij een extra bootje wilde hebben voor als er familie op bezoek kwam”.

    “Zijn eigen TOP, de één, had tijdens wedstrijden wel eens een aanvaring gehad en de mast was ook eens door het vlak gegaan. Dus deze had al een aantal reparaties ondergaan. Op onze TOP heb ik altijd goed gepast en was uiteindelijk in een betere conditie. Toen vader een van de twee boten kwijt wilde heeft hij de ‘één’ verkocht en heeft hij met de ‘twa’ verder gezeild tot z’n 86e jaar. Hij heeft zijn hele leven verder in de TOP gezeild en mijn moeder ook nog wel eens laten zwemmen. Natuurlijk niet in de wedstrijd maar hij bleef altijd wel fanatiek en soms te optimistisch. Hij liet de schoot wel eens te laat vieren”.

    “Ik heb in de periode van dat ik 8 was tot vandaag aan de dag nooit op de kop gelegen. Dan moet je wel goed opletten natuurlijk en voorzichtig zijn. Ik wilde voorlal de boel heel houden. Mijn vader was in mijn ogen wat onvoorzichtiger en zei altijd, ook al was er windkracht 8, dat we toch nog even moesten zeilen.  Het ging dan wel een beetje wild, maar dat vond hij juist leuk. Ik vroeg mij steeds af of de boel dan niet kapot ging. Maar vader zei dan: ‘it moat it halde kinne’.

    “We gingen dan de Wijde Ee op en neer planeren en dat was prachtig maar als het mijn eigen boot was geweest dan had ik het niet gedaan!”

    “Zo is het begin van mijn zeilleven begonnen”. Doede krijgt een compliment van zijn vrouw Vo omdat hij dit verhaal tot nu toe zo mooi weet te vertellen. Zij gaat nu door en praat met het album op schoot over het jaar 1961 toen zij zwanger was. “Of was het nu toch anders? O ja in ’62 zijn we getrouwd en we gingen in ’63 met Oebele op de TOP kamperen. Eerst met z’n tweeën en dus later met Oebele erbij”.

    Doede: “Dat kamperen was altijd alle weekenden. De boot lag hier in een schiphuis in Grou achter de brug. In de winter werd die omhoog getakeld in het schiphuis en ’s zomers lag hij in het water. We hadden er een vierkante tent op gezet waar we een campinggasstelletje in hadden om wat warm eten te maken. Verder hadden we nog 2 luchtbedden. Toen het eerste kind mee ging hadden we die in een reiswieg onder het voordek. De tent lag over de horizontaal gestreken mast op een wat verhoogde mik.  Misschien wel een meter boven het dek. De giek en gaffel gingen dan met het zeil los in een hoes onder in de boot en de mast lag kaal op die twee mikken. Daarover heen die tent met latten in het dak dat even breed was als de kuip. Aan het eind van die latten zaten touwtjes die weer door een oogje onder dek zodat het dak gefixeerd was. De zijkanten kon je dus één voor één naar beneden doen. Halverwege de kuip zat nog een rits overdwars zodat je ook alleen de voorste helft van de tent op kon zetten”.

    “Elke morgens rolden we dan eerst de helft van de tent op. Met de latten erin hadden we toch nog een afdakje. Die tent hebben we laten maken bij zeilmaker Molenaar, daar werkte mijn vrouw op kantoor. Volgens Molenaar kon dat zo niet zo met die tent maar ik wilde het zo en niet anders.  Als het niet goed was geweest dan was het mijn eigen schuld. Ik tekende wel vaker huisjes en dat soort dingen want ik zat in de bouw. Ik had wel een beetje idee hoe iets geconstrueerd kon worden. Later heb ik op mijn kajuitjachtje eigenlijk op dezelfde manier, maar dan over de giek zo’n tent gemaakt. Deze kon je naar believen aan de zijkanten oprollen”.

    Oebele: “Tegenwoordig hebben verhuur Valken op dezelfde manier een tent met die latten. Ik heb op mijn 14e nog eens de TOP en de tent mee gehad op vakantie. Ik ging een week in Friesland varen maar kwam terug met een gescheurde fok”.

    “Dat zomerhuisje hebben mijn grootouders altijd gehouden. Daarom hebben zij die TOP misschien ook zo lang gehouden omdat het een ideale boot is om vanuit een (vaste) locatie een middag te gaan zeilen. Zij hebben nooit een grotere boot gehad want ze hadden immers dat huisje aan het water. Ik denk niet Pake misschien ooit één keer een nacht in TOP heeft doorgebracht”.

    Doede:  “Nee, ze voeren altijd vanuit dat zomerhuisje en dat was voor mij een beetje eentonig. Ik wil liever een huisje op het water hebben”.

    Via Molenaar zeilen komen we in het gesprek op Wester botenbouw die aan de andere kant van het water, de Grou,  zit.  

    Oebele: “Dat kun je goed zien op die foto’s in het jubileumboek. Die loods van Wester is er niet meer maar de locatie als zodanig is er nog wel”.

    Vo: “Mijn moeder was een zuster van mevr. Wester. Dus het waren mijn oom en tante. Wij hadden eigenlijk verder niets met zeilen. Mijn ouders hadden ook helemaal geen geld voor het watersport gebeuren. Ze gingen wel vaak met de vlet van Westers mee varen”.

    Doede: “Die Westers waren botenbouwers en die vonden het wedstrijdzeilen ook mooi. Albert zeilde meer dan Ernst en veelal in een Valk. Later bij wedstrijden lagen zij in hun vletje aan de kant en kwam ome Ernst na de wedstrijd even bij ons langs met goed bedoelde tips zoals protest aantekenen in bepaalde gevallen. Ik was niet zo, ik ging er dan liever achterlangs en met een beetje ruimere wind en veel meer snelheid was ik dan zo weer voor. Ja, officieel had ik mogen protesteren maar dat is een gedonder. Dus ik wedstrijd zeilde zo nu en dan voor de lol maar dan kwam Wester weer met dat ik het zo en zo had moeten doen. Maar ik had toch gewonnen”.

    “De enige keer dat ik geprotesteerd heb was toen ik in de Valk in een soort handicaptocht voer waar je onderweg een bemanningslid moest afzetten, stempelen en dan weer snel verder zeilen. Dat was aan lage wal waar iemand eraf moest. Ik voer stuurboord en terug natuurlijk over bakboord en wij lagen voor. Iedereen die achter ons aankwam wilde ook graag dicht bij de wal varen om iemand af te zetten maar ik had daar toen op dat moment voorrang. Ik probeerde niemand te raken maar ze zeilden zo dicht langs mij heen dat ik in een luwte de verstaging van de tegenstander raakte. Het grootzeil lag van boven tot benden doormidden. Op de fok ben ik toen naar Grou teruggegaan om te protesteren bij de wedstrijdcommissie. Daar aangekomen zeiden ze dat je binnen het uur moest protesteren. Ze hadden niet goed opgelet want ik was verreweg de laatste die binnenkwam en dat was vijf minuten geleden. De kosten moesten er uit en dat was toen de reden voor mijn protest”.

    “Wedstrijdzeilen deden we alleen bij Grou. In het voorjaar één wedstrijd en in het najaar twee. Midden in de zomer wilde ik liever mijn eigen routes bepalen. Maar die wedstrijdjes deed ik dan mee om even te kijken hoe mijn zeilcapaciteiten zich nog verhielden tot de mensen die geregeld wedstrijd zeilden. Meestal waren er hier bij Grou tussen de 7 en 10 TOP-pen in die eerste jaren. Het was een clubje omdat hier natuurlijk ook die werf was die de eerste serie had gebouwd. Aan de wedstrijden deden we normaliter niet mee. We waren amateur wedstrijdzeilers die voor de lol een keertje mee voeren. We wonnen eigenlijk altijd een prijsje als we meededen. Dat was weer een bevestiging dat we konden zeilen. Zo konden we weer een aantal jaren vooruit”.

    “Nee, vrienden hebben we er niet aan over gehouden. Dat komt omdat we niet in dat clubje zaten die geregeld wedstrijden zeilden. We deden wel eens een enkel keertje mee en wonnen dan ook nog wat. Dat was nog minder reden om vrienden te worden”.

    “Later bij de Valken vereniging ging men wel eens wat druk uitoefenen om vaker te komen zeilen. In zo’n weekend organiseerden ze dan vier wedstrijden. Met mijn vrouw en mijn broer heb ik toen eens een weekend meegezeild in de gecombineerde A en B-klasse.  Op een één of andere manier won ik dat hele weekend. Het weekend daarop kreeg ik een telefoontje of ik ook mee ging naar Loosdrecht. Nee, waarom ik toen gewonnen heb, weet ik niet.  Al die goeie Valkzeilers waren erbij maar ik won het toch. Toen dachten ze natuurlijk, die vent moet mee. Maar dat geloofde ik eigenlijk wel”.

    Ook bij de Prinsenhoftocht heb ik wel eens meegedaan. Dan lag ik bij Grou bijna achteraan en daarna de Wijde Ee op met ruime wind, het woei verschrikkelijk hard. Al die hardzeilers zoals Albert Wester gingen hun spinaker er bij zetten maar ze zwalkten over het meer. Toen ik aan het andere eind van het meer was, lag ik helemaal voor. Ik ging al planeren met alleen de fok ervoor. Dat ging veel harder. Met een vlaagje kon ik weer even oploeven. Mijn stijl is misschien wat minder fanatiek maar dat had daarom misschien ook wel eens zijn voordelen. Want als één de spinaker erop zet dan willen ze dat natuurlijk allemaal. Wat een ander doet maakt mij nou net geen moer uit. Ik doe zoals het mij het beste uitkomt”.

    “Speciale zeillectuur las ik eigenlijk niet. Wel ben ik al levenslang bezig met het lezen van allerlei watersportbladen. Bij toeval kom ik dan iets tegen dat specifiek over de techniek van het zeilen gaat. Maar ik ben er nooit echt op zoek geweest naar het verbeteren van het trimmen van de zeilen. Ik probeerde er altijd voor te zorgen dat een ander mij niet voorbij zeilde en of dat nou kwam door aan een touwtje meer of minder hard aan te trekken, maakte mij niet zoveel uit”.

    “Ik heb aan de TOP nooit een trapeze gehad. Dat was natuurlijk bij bepaalde weersomstandigheden echt een groot nadeel. Ik was niet echt met wedstrijdzeilen bezig maar zat wel te kijken hoe ik ten opzichte van andere lui het beste kon varen. Als het hard woei kon ik het aan de wind niet meer houden en probeerde ze dan voor de wind voorbij te varen. En dat dan lukte had ik ook lol”.

    “Bij het wedstrijdzeilen was Vo, toen mijn vriendin, fokkemaat”.  Ze wijzen allemaal naar een jonge dame in het foto album. In 1962 gingen ze trouwen en aan het eind van dat jaar was Oebele er. Zij vraagt aan haar man of ze eigenlijk wel goed was als fokkemaat.

    Doede: “Ik heb het jouw zo goed mogelijk willen leren. Toen was je nog jong en je luisterde beter naar mij dan nu. Je wilde toen nog wel eens wat van mij aannemen”.

    “We varen nog steeds maar nu met een motorboot. Een Vripack kotter, genaamd  de ‘Genius’.  Elk jaar van half april tot half oktober. Het zeilen hebben we definitief achter ons gelaten. Onze zoon Oebele heeft een Breehorn 37 waar we met ons drieën in de jaren 2002 tot 2005 een enkele maal mee naar Noorwegen zijn gezeild. Friesland is mooi maar die contreien zijn ook altijd weer schitterend!”

    “Het  TOP-leven hebben wij dus feitelijk in 1965 afgesloten. Mijn vader is in 1997 overleden en toen hebben wij de ‘Twa’ verkocht aan een goede kennis van mijn zus in Emmen. In 2011 is hij opnieuw verkocht en vaart nu in Frankrijk, bij een clubje van circa 6 andere TOP’s”.

    Interviewer: Rein van Dijk

    _DSC0282 _DSC0283 _DSC0284 _DSC0285 _DSC0286 _DSC0287 _DSC0288 _DSC0290 _DSC0291

  • TOP toertocht 2015 de Molenroute

    Het was een enorme top drukte op de Kagerplassen tijdens het Pinksterweekend. Zo druk dat er voor de TOP eigenlijk geen plaats was aan de steigers. “Geen probleem, dan trekken we de boot ’s avonds toch op het droge met onze trailers”.

    Het bleek dat de Toerrrrcommissaris met deze uitspraak zich geheel verkeken had op de beschikbare parkeerruimte rondom de plassen. Meerdere personenwagen plus trailer was echt teveel van het goede.  Alternatieven waren er op dat moment niet zo bleek na een middagje bellen.

    In spoed TOP overleg hebben wij besloten de toertocht te verplaatsen naar Zeeland. Immers het merendeel van de deelnemers kwam uit het Zuiden. Het Veerse meer met vier trailerhellingen op een rij en een verblijf op de ons inmiddels vertrouwde boerencamping  Ben Trovato beloofde een prachtig weekend te worden.

    Helaas belden de Belgische zeilvrienden af vanwege ziekte zodat we vier boten hadden met veel scheepsratten en dit keer ook dekzwabbers. Het weer was zo goed dat wij aan het einde van de middag bijna de hele lengte van het meer hebben kunnen planeren. Bijna plat voor de wind en met gierend platwerk onder het schip.

    Ook een weekend met averij op een tweetal schepen. Draden in de mast die in de war raakten of niet meer wilden lopen. Ook bij toertochten zijn dit leerzame momenten waar iedereen zich over buigt.

    Verder hebben wij ons best gedaan zo veel mogelijk Molens in beeld te brengen rondom het Veerse meer om deze TOP toertocht toch de TOP toertocht  2015 de Molenroute te kunnen blijven noemen.

    P5220349

    P5230368P5230364P5220351

    P5230354

    P5220350

  • TOP toertocht 2015 de Molenroute Kagerplassen

    A.s. Pinksterweekend 22 / 23 en 24 mei gaan we naar de Kagerplassen om zoveel mogelijk molens te zien tijdens onze toertocht. Ik heb een rondje om de plassen heen gefietst en de camping bezocht. Helaas geen boerencamping gevonden maar wel een prachtig grasveldje aan het water en een kleinschalige haven. www.campingspijkerboor.nl
    Intussen hebben we vijf boten en een aantal scheepsratten.
    Laat mij snel weten of je deelneemt aan de TOP-toertocht 2015 de Molenroute Kagerplassen, via deze site of rein.van.dijk@planet.nl
    Toerrrrcommissaris Rein van Dijk
    P4180053
     N.B.: Zo’n foto wil ik maken van onze deelnemende TOP-jes op een rij
    P4180027P4180037P4180045P4180048